
Een dag met onze bouwkundig tekenaar
Achter elk ontwerp van Nieuw Spoor schuilt een team van specialisten. Van architect tot bouwkundig tekenaar: iedereen draagt bij aan een plan dat klopt. Niet alleen in de schetsfase, maar ook op de bouw. In deze reeks vertellen collega’s over hun werk, hun dag en waar ze scherp op zijn.
Vandaag nemen we een kijkje achter de schermen bij bouwkundig tekenaar Harm Tjoonk, die dagelijks de vertaalslag maakt van droom naar werkelijkheid. Tussen technische modellen, bestekken en maatvoeringen door, schoof hij even aan voor een gesprek over zijn rol, zijn favoriete puzzels en wat hij het allerbelangrijkst vindt om te bewaken in een ontwerp.
Q: Hoe start jouw werkdag meestal?
A: Meestal begin ik met een kop thee en check ik mijn mail en Woub. Dan kijk ik wat er ligt, welke acties er uitstaan, en wat er vandaag moet gebeuren. Daarna ga ik over op de planning en open ik Vectorworks om te starten met het tekenwerk. Op dit moment werk ik aan een project in Doetinchem: een bestaande woning met een tussenbouw, uitbouw en garage. Ik ben nu bezig met de afronding van het technisch ontwerp, zodat het naar de aannemers kan voor de aanbesteding.
Q: Wat is het eerste waar je op let als je een nieuw ontwerp voor je krijgt?
A: Eerst kijk ik naar hoe het eruitziet. Wat is de hoofdopzet? Maar tegelijkertijd bekijk ik ook: hoe zit het bouwkundig in elkaar? Zijn er dingen die beter kunnen, technisch of constructief? Ik probeer zoveel mogelijk knelpunten vooraf te signaleren. Soms zie je die pas zodra je begint met tekenen, dan overleg ik met de architect hoe we dat het beste kunnen oplossen. Je hebt continu contact. En uiteindelijk willen opdrachtgevers vooral weten: wat krijg ik straks precies? Welke deur, welke kleur, en niet zozeer hoe het technisch werkt. Dat is waar ik bij help.
Q: Wat doet een bouwkundig tekenaar precies binnen het team van Nieuw Spoor?
A: Ik zit tussen het ontwerp en de uitvoering in. Als het ontwerp er ligt, zorg ik dat het bouwtechnisch klopt en dat het uitvoerbaar wordt voor de aannemer. Je moet denken aan vergunningsaanvragen, technische tekeningen, details, bestek. Mijn werk maakt het ontwerp echt realiseerbaar. Zonder die tussenstap wordt bouwen een stuk lastiger.
Q: Wat is het grootste misverstand over jouw werk?
A: Dat het weinig tijd kost. Of dat het saai is. Mensen zien een gelikt plaatje op de website en denken: dat is het. Maar achter dat plaatje zit weken werk. En ik vind juist dat zo mooi. Als een bouwkundige tekening klopt tot in het detail, geeft dat veel voldoening.
Q: Kun je beschrijven wat er gebeurt tussen de eerste schets en het moment waarop de aannemer gaat bouwen?
A: Dat is het proces van grof naar fijn. We nemen het ontwerp en gaan het finetunen: maatvoering, daglichttoets, ventilatieberekeningen, bouwbesluit, BBL, noem maar op. Als we een bestek maken, dan werk ik ook de materiaal- en kleurbepaling uit. Het resultaat is een technisch kloppend, uitvoerbaar ontwerp dat klaar is voor vergunning of uitvoering.
Q: Welke details vragen volgens jou de meeste aandacht?
A: Vooral in de knelpunten van het ontwerp. Die probeer ik er in een vroeg stadium uit te halen. De regelgeving verandert regelmatig: BBL, omgevingsplannen, bestemmingsplannen. Die kennis moet je paraat hebben, omdat het toegepast wordt in elk detail. Wat ik zelf het leukst vind, is het echte detailtekenwerk. Het puzzelen om iets technisch, bouwkundig en esthetisch kloppend te krijgen. Bijvoorbeeld bij isolatieknopen, constructieve aansluitingen of materiaalovergangen. Daar zit de uitdaging.
Q: Hoe werk je samen met de architect en de aannemers?
A: Ik zit er echt tussenin. De architect wil het ontwerp zo mooi mogelijk houden, de aannemer denkt praktisch. Als een aannemer met een vraag komt: "Kan dit niet anders?", dan zoeken we samen een oplossing. Altijd in overleg, altijd met het ontwerp in gedachten.
Q: Wat is volgens jou het geheim van een soepel bouwproces?
A: Goede voorbereiding. Als het tekenwerk klopt, voorkom je fouten op de bouw. We proberen zoveel mogelijk al vooraf te bedenken. Dat scheelt later in tijd, geld en frustratie.
Q: Hoe ga je om met de spanningen tussen ontwerp en realiteit?
A: Ik ben vrij harmonieus ingesteld. Als er spanning ontstaat tussen wat ontworpen is en wat technisch haalbaar is, probeer ik een middenweg te vinden. En eerlijk: er kan bouwtechnisch vaak meer dan mensen denken. Het draait om creatief meedenken.
Q: Werk je ook aan vergunningstekeningen? En waar zitten volgens jou de grootste valkuilen, vooral bij verbouwingen?
A: Ja, zeker. Dan moet je echt letten op eisen als daglicht, ventilatie, isolatie, gebruiksoppervlaktes. Je hebt vaak met kleinschalige projecten te maken waar die eisen net de doorslag geven. Dan moet je het ontwerp daar slim op aanpassen. Bij verbouwingen zit de uitdaging vooral in de details. Denk aan koudebruggen of aansluitingen die net niet goed doorlopen. Dat zie je vaak bij bestaande structuren. Elk knooppunt moet kloppen. Daar zit het verschil tussen iets dat technisch werkt, en iets dat ook goed voelt.
Q: Wat vind je het leukste aan je werk?
A: Voor mij zit het in het tekenwerk. In het puzzelen, net zo lang tot alles klopt. Dat het technisch werkt, maar ook in detail goed voelt. En dat het straks echt gebouwd kan worden, precies zoals bedoeld. Het mooiste moment is en blijft als dat hele proces samenvalt. Als je aan een goed ontwerp werkt, het soepel verloopt, en je op de bouw ziet dat het klopt. En zeker bij particuliere projecten: meewerken aan iemand zijn droomhuis. Dat blijft altijd bijzonder!